Er was niemand thuis. Een bosje tulpen op de keukentafel vormde het enige waarvan je kon zeggen dat het leefde. Afgesneden, in een waterig glas geplant, een zinloos einde tegemoet, maar toch: ook een tulp heeft genen en die weten niet beter dan schreeuwen: leven moet!
Planten, eenmaal geworteld, zijn niet mobiel. Daarom ontbreekt het hen aan een kritische blik op hun omgeving. Het zou geen enkele zin hebben, ze kunnen nergens anders heen. Dus leven de tulpen zonder probleem naast espressoapparaten, potten voedingssupplementen en opladers. Dat het een lieve lust is. Jeugdig groen de stelen, strak en lenig de hoogte in, een grootse belofte aanbiedend: hun knop. En wat de stengels al wisten, toont zich de komende dagen. De knop, gezwollen, opent zich, kleurrijk en uitdagend, blad voor blad. De genen commanderen: exhibitioneer maximaal! en de tulp gehoorzaamt, spreidt haar diepte voor ons uit, haar tedere meeldraden te zien en te ruiken nu. Hoeveel inspanning dat kost, zien we ’s avonds als met het vallende licht de bloem zich weer sluit, een gemakkelijker houding aannemend voor de nacht, ontspannen.
Het kan vier dagen duren of acht, maar een tulp houdt dit leven niet vol. De ideale samenwerking tussen genen, biomassa, water en CO2 is een beperkte tijd gegeven. Heeft het ergens geklonken: sterven moet!? Want vanaf een zeker moment verliezen de celwanden hun regulerend vermogen, verliezen de plantencellen hun spanning, verliest alles het van de zwaartekracht. De steel, krachteloos en moedeloos nu. Het bloemblad een nieuwe, willoze vorm van bestaan vindend op het tafelblad. Ook de geur verandert, trekt beestjes aan die helpen bij de afbraak. Alle onderdelen mogen gesloopt worden en worden gesloopt. Tot er alleen verdroogde resten over zijn, op de eettafel, op de vloer, aangekoekt aan de binnenkant van de droge vaas.
Is er één moment aan te wijzen waarop de omslag begon? Van mens en dier zeggen we niet alleen: toen en toen gingen de vitale lichaamsfuncties snel achteruit, maar ook: dit of dat was het moment van overlijden. Van planten niet. Het ene levensstadium lijkt zonder veel misbaar over te gaan in het andere. Zij kunnen levend zijn of dood, maar lijken niet dat ene moment ertussenin te kennen, dat van het ter ziele gaan.
Elke eerste maandag van de maand nieuw proza erbij op www.alberthijn.be
